Publiciteitsjaren Urbanus Terwijl mijn jongste zuster al met nonkel Felix vreet, Was ik als prille mansmens nog helemaal niet gereed Mijn vriendjes die werden allemaal al iets gewaar, Maar ik voelde nog n[A]iets ik had nog helemaal geen h[D]aar [D]Toch had ik al een meisje die mij een toffe vond, Totdat ze op en avond eens in mijn kamer stond Ze kleedde zich daar uit en ik keek met open mond, Mijn oogbollen [A]tuimelden als knikkers op de [D]grond In de [Em]les biologie had De leraar ons[B (guitaretab.com)